Een aardig stukje uit Het Parool. Roel volgens Max Pam.
|
|||||
Een aardig stukje uit Het Parool. Roel volgens Max Pam. 23 september 2010 Dubbellezing VANUIT 56 JAAR VRIENDSCHAP door:Roel van Duijn en Hans Korteweg Vriendschap is een liefdesverhouding. Met de kanttekening dat de liefde in vriendschap om te beginnen niet op samensmelting is gericht. De persoon ontmoet de persoon en via de persoon het grote geheel. Beiden kunnen voor elkaar een deur zijn naar eenheid. En als de vriendschap zich niet vernieuwt wordt de vriend of vriendin van weleer tot een vage kennis en misschien zelfs tot vijand. Het geeft steun dat er vrienden zijn, te midden van alle onzekerheden, vrienden waarop je kunt vertrouwen en waaraan je je kunt toevertrouwen, en tegelijk behoort vriendschap tot het engste, het meest griezelige dat er is, want de vriendschap vraagt alles en je kunt niets vasthouden. Wij zijn 56 jaar bevriend en zijn totaal verschillende wegen gegaan. Toch bleef er in al die verschillen een gemeenschappelijke onderstroom. Wij dagen elkaar uit over de essentie van vriendschap, op zoek naar de spoorlijn in onze dubbelbiografie. Over de verschillen en het gemeenschappelijke. Over spanning en competitie en bovenal over het geluk. Roel van Duijn (67) is liefdesverdrietconsulent, schrijver en ex-politicus. Hans Korteweg (67) is leraar en schrijver. De afgelopen jaren verscheen van zijn hand Het Juwelenschip, een vertaling van en een commentaar op een Tibetaans boeddhistische tekst en in 2007 Sta op en ga, een blijmoedig commentaar op het boek Jona en Het droomjuweel, de rijkdom van dromen in ons bestaan. Hij heeft een kring van leerlingen waarmee hij regelmatig samenkomt. Daarnaast geeft hij lezingen en retraites voor een groter publiek. Datum: Donderdag 23 september 2010, 20.00 uur
– een felicitatie voor zijn tweehonderdste verjaardag – Met muzikale omlijsting door Roel van Duijn Roel van Duijn wil via rechter excuses van AIVD Roel van Duijn stapt naar de rechter om zo excuses van de AIVD af te dwingen, voor het feit dat hij tientallen jaren onterecht door de BVD gevolgd is. Dat hij daardoor in zijn privacy geschaad is en bij de bestuurselite in een kwaad, gewelddadig daglicht gesteld is. In een nu ingediend beroepsschrift vraagt hij de rechtbank in Den Haag de argumenten voor het aanbieden van excuses te onderschrijven. Bovendien vraagt hij om openbaarmaking van alle door de BVD en AIVD opgestelde documenten over hem of over bewegingen waarin hij een hoofdrol heeft gespeeld. Zoals de Ban-de-Bomgroep, Provo, de Kabouterbeweging, verschillende actiegroepen en groene partijen. Hij bestrijdt dat er ooit reden is geweest om hem te bespioneren. Ook vraagt hij de rechter de AIVD te beoordelen of de AIVD een goede reden heeft om de documenten van na 1982 niet vrij te geven, omdat zij –zoals de AIVD beweert – “actueel” zouden zijn. Een bewijs voor de onzinnigheid van de bijna levenslange spionage van zijn persoon vormt de koninklijke onderscheiding die in 2003 aan Roel van Duijn is verleend, vanwege zijn langdurig volksvertegenwoordigerschap en zijn inzet voor de democratie. Dit had de AIVD niet mogen toestaan als er inderdaad reden is om hem als een staatsgevaarlijk individu te beschouwen. Nu de onderscheiding hem toch verleend is, mag daaruit worden afgeleid dat de AIVD geen negatief advies over het verlenen van de onderscheiding heeft uitgebracht. Hoe kan de AIVD deze koninklijke onderscheiding rijmen met zijn langdurige spionage? Of heeft de AIVD het Koninklijk Huis misschien een poets willen bakken door te bewilligen in de verlening van een koninklijke onderscheiding aan een “gevaarlijk en gewelddadig persoon”? Van Duijn vraagt aan de rechter de AIVD daarover duidelijkheid te laten verschaffen AIVD houdt BVD-documenten Roel van Duijn achter Nadat afgelopen zomer duidelijk geworden is dat ik tientallen jaren door de Binnenlandse Veiligheidsdienst gevolgd ben, ben ik in bezwaar gegaan tegen het besluit van de AIVD mij slechts ten dele inzage te geven in alle geheime BVD-stukken die met mij te maken hebben. De AIVD houdt echter nog veel achter. De stukken betreffende Amsterdam Anders/De Groenen (jaren negentig en later) ontbreken, evenals die over mijn ontvoering in 1970, het AIVD-advies aangaande de mij in 2003 verleende koninklijke onderscheiding vanwege mijn inzet voor de democratie. En vele andere documenten. Ook geeft men mij geen helderheid omtrént mijn plaatsing op de Interneringslijst, vanaf 1966. De AIVD wil niet zeggen of mijn dossier na 1984 afgesloten is. Daardoor zouden “een nog actuele werkwijze dan wel bronnen openbaar kunnen worden, waardoor het goed functioneren van de AIVD en daardoor de nationale veiligheid zou kunnen worden geschaad.” Dit is echter een doorzichtige smoes, aangezien ik niets ondernomen heb tegen het functioneren van de AIVD, laat staan tegen de nationale veiligheid. Via onderstaand bezwaarschrift aan het ministerie eis ik opnieuw de achtergehouden documenten op. Roel van Duijn ………………………………………………………………………………………………. Aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bezwaar tegen beslissing met als kenmerk 4252175/01 Amsterdam 22 januari 2010 Geachte minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Ter Horst Hierbij ga ik in bezwaar tegen uw beslissing aangaande mijn verzoek om kennisneming van BVD/AIVD-stukken, betreffende mijn persoon of herleidbaar tot mijn persoon. Uw beslissing is gedateerd 30 december 2009 en draagt uw kenmerk 4252175/01. Deze brief is dan ook een bezwaarschrift in de zin der Awb. De thans bestreden beslissing is uw reactie op mijn tweede Wiv/Wbp/Wob-verzoek welke ik mondeling ingediend heb tijdens de hoorzitting over mijn eerste Wiv/Wbp/Wob-verzoek inzake BVD/AIVD informatie over mij. Die hoorzitting vond plaats op 9 september 2009. Dit tweede Wiv/Wbp/Wob-verzoek omvat alle bij of onder de AIVD aanwezige gegevens over mij, herleidbaar op mij, waarbij ik een rij contexten leverde: – Ban de Bom beweging De thans in bezwaar bestreden beslissing : – mijn verzoek tot kennisneming van actuele gegevens wordt afgewezen Niet actueel Gelet op het feit dat er materiaal verstrekt is concludeer ik dat er delen van mijn verleden in uw ogen niet althans niet meer actueel zijn. Krachtens de Wiv had u mij daar actief van op de hoogte moeten stellen. Dat is niet gebeurd. Ik verzoek dat alsnog te doen, en niet in containervorm, maar gedetailleerd naar onderwerp cq context en tijdvakken. Daarnaast vraag ik om een verklaring voor deze nalatigheid. Mij is volstrekt onduidelijk waarom het nu verstrekte inzagedossier eindigt met een brief van dhr. Lewin uit 1984. Dit kan te maken hebben met de breedte en diepte van de zoekslag, ik kom daar nog over te spreken. Maar het kan ook zijn dat uw dienst toen met mij gestopt is, of omdat er om een mij onbekende reden plots in 1984, 25 jaar geleden, gestopt moet worden met inzage verstrekking. Normaal stopt een inzage bij de 5 jaar grens. Jongere informatie is operationeel, oudere als in het midden gelaten wordt of het onderwerp nog doorloopt, niet. 25 Jaar staat in geen verhouding tot die 5 jaar grens en lijkt die 5 jaarknip niet te erkennen. Of moet ik het zo opvatten, dat ik inzake alles jonger dan 25 jaar toch actueel dan wel operationeel ben? Dit kan ik mij niet voorstellen, ook niet in uw gedachtegang. Gaarne hier een expliciet antwoord op. Overigens: De door mij ontvangen Koninklijke onderscheiding bewijst dat ik niet meer actueel kan zijn. Mensen die wel actueel zijn kunnen zulk een onderscheiding immers niet ontvangen. Ik vind het niet meer dan redelijk dat mij alle BVD- en AIVD-gegevens over mijn persoon ter hand gesteld worden. Gebeurt dit niet, dan beschouw ik dit als een voortzetting van de grove schending van mijn recht op privacy door de overheid. Een voortzetting, omdat ik uit hetgeen mij toegezonden is, door de AIVD, alleen maar kan concluderen dat de BVD en de AIVD mij zeer ten onrechte bijna een halve eeuw als een verdacht persoon hebben beschouwd. En dat deze diensten mij en mijn werk heimelijk, zowel door infiltratie als door afluisteren, hebben bespioneerd. Wettelijk kader Breedte en diepte van de zoekslag Nadere gronden van mijn bezwaar a. het verslag van het gesprek tussen ministers Smallenbroek en Samkalden over het rapport van de BVD over Provo b. Het document dat genoemd wordt in noot 62 van “De geschiedenis van de BVD” door D. Engelen: SSA BVD PD106754, rapp. BO 29 juli 1965. c. Het complete BVD-verslag over het Provoconcilie in Borgharen, Het onvolledige rapport waarvan ik een kopie heb ontvangen beperkt zich tot één bladzij over het openbare gedeelte. Ik vraag u ook het bijbehorende verslag van het besloten gedeelte. Ik was immers zelf deelnemer aan en spreker in het besloten gedeelte van dit concilie. d. BVD-documenten over Amsterdam Anders/De Groenen.Over alle door mij in mijn verzoek om kennisneming gevraagde onderwerpen antwoordt U mij of er WEL of NIET niet-actuele informatie is. Behalve over Amsterdam Anders/De Groenen. Dit onderwerp negeert u. e. Ik heb wel informatie over de rol van dhr Lewin bij de metrobom 1975 ontvangen. Lewin is echter vrijgesproken. Maar ik heb geen informatie ontvangen over de rol van de opgepakte en wel veroordeelde daders f. Volgens dhr. D. Engelen e.a. zijn vanaf 1966 ook vooraanstaande provo’s in de zogenaamde Interneringslijst geplaatst. g. Nagenoeg alle managementsinformatie of andere dan basisinformatie ontbreekt. Zowel inzake mijzelf als over de contexten die ik opgaf moet er veelvuldig geschreven zijn in kwartaal- en maandoverzichten, in specifieke producten voor bijvoorbeeld burgemeesters, hoofdcommisarissen en HOvJ’s. Ook moet er met andere diensten informatie uitgewisseld zijn, bijvoorbeeld met de PID’s / RID’s of de MID/MIVD, Naast de hier aangeduide documenten moeten er vele zijn die direct of indirect over mij of de door mij opgegeven contexten handelen. h. Mogelijk nog andere, op mij herleidbare en mij betreffende documenten, die bij bestudering van het bovenstaande kunnen worden aangetroffen. i. Het is simpelweg ondenkbaar dat u zo weinig heeft over bijvoorbeeld kwesties als mijn ontvoering of mijn Koninklijke onderscheiding. Over alle bovengenoemde punten vraag ik inzage in de ontbrekende stukken en informatie. Tevens verzoek ik om een hoorzitting over dit bezwaar tegen uw beschikking van 30 december 2003, voor een mondelinge toelichting. Uitziende naar uw antwoord teken ik met vriendelijke groet, Roel van Duijn Roel van Duijn
In een bezwaarschrift aan de Minister van Binnenlandse zaken, Guusje ter Horst, heb ik vandaag mijn complete BVD/AIVD-dossier opgeëist..Nadat ik mijn BVD-dossier had opgevraagd, is mij onlangs door de AIVD als besluit meegedeeld dat ik slechts recht heb op een gedeelte van het dossier. Namelijk het gedeelte van 1962 tot 1982. En ook dat niet helemaal.
In het bezwaarschrift stel ik dat ik volledig ten onrechte bijna een halve eeuw geschaduwd en afgeluisterd ben. Als vormde ik een bedreiging voor de nationale veiligheid. Dat bewijzen de 353 bladzijden van het inzagedossier dat ik van de AIVD wel heb ontvangen. Op geweldloze wijze heb ik langdurig mijn aandeel geleverd voor de verbreding van de democratie in Nederland. In de Gemeenteraad van Amsterdam, Provinciale Staten van N. Holland, de deelraad Amsterdam OudZuid en bij het Europees parlement. En ook in buiten-parlementaire actie. Zelfs heb ik voor dit werk een koninklijke onderscheiding ontvangen. Ik eis van de minister en aan de AIVD volledige rehabilitatie. Die o.m. tot uitdrukking word gebracht door toezending van het gehele dossier PD106043, dat op mij betrekking heeft.
Tevens roep ik alle infiltranten en informanten die in de loop der jaren voor de BVD en de AIVD heimelijk hebben bijgedragen aan het aanleggen van “mijn” dossier op het voorbeeld te volgen van infiltrant W. van der Weerdt, die vorige week het stilzwijgen verbroken heeft en bekend heeft dat hij vijf jaar lang zowel de Kabouterbeweging als mijn persoon undercover bespioneerd heeft. Het is eindelijk tijd voor volle openheid!
Onderstaand vind u een kopie van het verzonden bezwaarschrift.
Roel van Duijn
===================================================
Bezwaarschrift
Amsterdam, 27 juli 2009
Aan: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Geachte minister van Binnenlandse zaken mevrouw Ter Horst, Onlangs heb ik een brief ontvangen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, ondertekend door het plaatsvervangend hoofd, de heer drs. J .C. Goet. De brief isgedateerd 18 juni 2009 en bevat het kenmerk 4105886/01 [zie bijlage 1]. Die brief is een antwoord op mijn verzoeken van 8 april 2009 [beide zijn aan deze brief toegevoegd en wel als bijlage 2 en 3] om kennisneming van alle gegevens die door of namens de BVD en AIVD over mijn persoon in de loop der tijd verzameld zijn. Bij deze kom ik in bezwaar tegen alle beslissingen in uw brief van 18 juni 2009. Deze brief is dan ook een bezwaarschrift in de zin der Awb.
Op 8 april 2009 heb ik twee verzoeken in het kader van de Wiv bij u ingediend. In het eerste verzoek vraag ik om alle gegevens over mij inzake een rij contexten: Uw beslissing In de brief van 18 juni deelt de AIVD mij de volgende besluiten mee: – mijn verzoek tot kennisneming van actuele gegevens wordt afgewezen – mijn verzoek tot kennisneming van niet-actuele gegevens wordt (deels)toegewezen. 2 – Niet actueel Mij is volstrekt onduidelijk waarom het inzagedossier eindigt in 1982. Dit kan te maken hebben met de breedte en diepte van de zoekslag, ik kom daar nog over te spreken.Maar het kan ook zijn dat uw dienst toen met mij gestopt is, of omdat er om een mij onbekende reden plots in 1982, 27 jaar geleden, gestopt moet worden met inzageverstrekking.27 jaar staat in geen verhouding tot de 5 jaar grens, lijkt de 5 jaarknip niet te erkennen.Of moet ik het zo opvatten, dat ik inzake alles jonger dan 27 jaar toch actueel dan wel operationeel ben? Dit kan ik mij niet voorstellen, ook niet in uw gedachtengang. Gaarne hier een expliciet antwoord op. Ik vind het niet meer dan redelijk dat mij alle BVD- en AIVD-gegevens over mijn persoon ter hand gesteld worden.Gebeurt dit niet, dan beschouw ik dit als een voortzetting van de grove schending van mijn recht op privacy door de overheid.Een voortzetting, omdat ik uit hetgeen mij toegezonden is, door de AIVD, ik alleen maarkan concluderen dat de BVD en de AIVD mij zeer ten onrechte bijna een halve eeuw als een verdacht persoon hebben beschouwd. En dat deze diensten mij en mijn werk heimelijk, zowel door infiltratie als door afluisteren, hebben bespioneerd.Ik eis expliciet rehabilitatie door U namens de AIVD. Een onderdeel daarvan dient te zijn toezending van alle gegevens bij of onder u over mij of direct herleidbaar op mij,waaronder het complete dossier PD 106043. 3 – Wettelijk kader 4 – Breedte en diepte van de zoekslag 6 – Bij of onder u 7 – Incompleet en subsidiaire vragen Ik krijg de indruk dat er vrij veel zomaar geweigerd is, zonder dat aan de jurisprudentie inzake benoemen in de beslissing voldaan is, maar daarenboven valt mij op dat er amper aandacht is voor subsidiaire verstrekkingsvormen. Daar waar actualiteit, maar zeker daar waar werkwijze en bronnen een reden zijn iets niet te verstrekken dient serieus overwogen te worden ambtelijke beperkingen aan te brengen en meer subsidiair om samenvattingen te maken. Of dit alles zo uitputtend overwogen is als de Awb de dienst voorschrijft, blijkt mij niet uit de beslissing. Resumerend Met vriendelijke groet van Liefdesverdrietconsulent, ex-politicus
een halve eeuw geheime agenten achter PD 106043 aan De postbode belde aan, met een grote doos. Afzender: de AIVD. Hemel, het is mijn BVD-archief, ontdekte ik, de solide verpakking openknippend. Het archief dat ik aangevraagd had, tegen overmaking van 123, 90 euro. In het begeleidend schrijven las ik dat de AIVD via deze doos mij slechts niet-actuele informatie vrijgeeft, deels. De zware bundel van 353 vellen begint met een rapport van 30 juni 1962, als ik 19 jaar ben. Dat mijn naam gesignaleerd is op een pamflet dat oproept tot een demonstratie tegen de atoombom. Dat ik medewerker ben van het “Orgaan van de Ban-de-bom-groep” in Den Haag. Mijn publicaties in het anarchistische tijdschrift “De Vrije” worden nauwkeurig bijgehouden. Een brief aan de hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, dat deze publicaties opgemerkt zijn, met een verzoek om informatie over mijn politieke antecedenten. 22 december 1964 een brief aan de politie in Amsterdam. “Van betrokkene is het volgende bekend:” volgt een politieke biografie van één bladzij en de mededeling dat ik verhuisd ben naar die stad, de Valkenburgerstraat 132 drie hoog. Er wordt opgemerkt dat ik in 1962 “ordeverstoorder” was voor de Amerikaanse ambassade in Den Haag en daarbij een sandwichbord droeg met het opschrift “Hirosjima 6 aug. 1945″. Dat ik pamfletten geplakt heb voor de vrijlating van dienstweigeraar Dries Brunia. Op 13 januari 1965 gaat er een nieuw schrijven uit van de BVD naar de politie in Amsterdam en Rotterdam met het alarmerende nieuws dat ik abbonné ben op “De Vrije”en dat ik daarin een artikel heb geschreven tegen het gevangenisregime in Franco-Spanje.Er volgen kopieën van een door mij uitgegeven pamflet waarin ik de geheime BB-schuilkelders in Amsterdam openbaar maak. Ik blijk nu in de BVD-systematiek “PD 106043” te zijn. Er wordt vervolgens gerapporteerd dat PD 106043 (geboortedatum plus adres ouderlijke woning) een lezing geeft aan het Spinoza Lyceum te Amsterdam over het onderwerp anarchisme. Vanuit Heerenveen bericht agent ACD-O dat R.H.G. van Duyn, student (adres) aanwezig is op een anarchistisch weekend in Appelscha. Dan start een lange serie krantenknipsels met interviews met mij, waarin de BVD verdachte uitspraken aanstreept. “Ik wil alle middelen die effectief zijn. Geweldloosheid is niet altijd toereikend.” “Mijn hele persoon is een en al opruiing.” Met een rapport, waarin de BVD het verloop van mijn politieke activiteiten opsomt. Begeleidend rapport van de Inlichtingendienst Amsterdam aan de BVD, bij een serie krantenknipsels (30 maart 1966): “Een van de top-Provo’s uit Amsterdam. Is sterk antiorganisatie gezind: wil niet appelleren aan de massa. Medewerker aan het blad PROVO. Houdt lezingen voor geïnteresseerden over het provotariaat. Heeft contact met radicaal-socialistische jongeren.” PD 106043 is waargenomen bij een “zgn. stille tocht” ter herdenking van Hirosjima. En bij demonstraties tegen de bombardementen op Vietnam.
Bij het Provo-concilie in Borgharen, in 1966, noteert een blijkbaar aanwezige agent: “PD 106043 wilde geen Duits praten, wel voor 200 gulden. Hierover waren de Duitse televisiemensen gepikeerd.” Men rapporteert dat ik geen paspoort heb. Veel belangstelling voor de verhoudingen binnen Provo. Interne tegenstellingen worden geïnventariseerd. “Op 5 maart 1967 zijn twee Belgische provo’s vanuit Brussel per auto naar Amsterdam gereisd om Nederlandse Provo’s te ontmoeten. Na hun aankomst werden zij op het “provo-schip ” ontvangen door 15 Nederlandse provo’s waaronder Roel van DUIJN.” Op 4 augustus 1967 analyseert men dat men zich niet in slaap moet laten wiegen door het goede nieuws dat de Provobeweging officieel opgeheven is. Men citeert mij in een nieuw boek over Provo van de Bezige Bij: “Hou er rekening mee dat we de subversieve methodes zullen zoeken en vinden waarbij alle happenings en demonstraties verbleken” en dat “minister-president De Jong niet verbaasd moet zijn als de ex-provo’s weer zullen opduiken temidden van de woelingen die in West-Europa binnen afzienbare tijd op komst zijn“. Aha, moet de BVD gedacht hebben, er blijft voor ons werk aan de winkel. De rapportages en circulaires aan de politiekorpsen gaan week na week door. Weldra richt de BVD zich op mijn rol in de Kabouterbeweging. Bij mijn intrede als gemeenteraadslid woont men zelfs een fractievergadering (27 oktober 1969) van mij bij, in huize De Liefde. Een man schrijft daar als bloedlinke informatie op dat ik “huizen wil die er als paddenstoelen uitzien” en “dat de daken van auto’s moeten worden voorzien van bloemen en planten“. Ja, zelfs wil PD 106043 vrije banen voor de tram. “Begin october 1969 is er een vergadering geweest van pl.min. 20 anarchisten, allen bijzonder enthousiast. Aanwezig: Roel van Duin“. 13 november ’69 is er een “massa-vergadering van studenten” in de Aula van de Universiteit aan het Spui. “De voornaamste woordvoerders waren (onleesbaar) en Provo-raadslid Roel van Duyn.” Nog scherper spitst men de oren als ik in de gemeenteraad voorstel de bevolking te oefenen in sabotage tegen militairisme en onderdrukking. Burgemeester Samkalden weigert mijn nota hierover , “Democratie als afschrikking”, in het gemeenteblad te publiceren, maar die verschijnt daarom wel in een aantal kranten. Bij de door mij gestarte “Volkshogeschool voor sabotage en pseudo-erotiek” (elke donderdagavond op de Nieuwezijds Voorburgwal) is steevast een medewerker van de BVD aanwezig, om bijvoorbeeld toe te horen hoe men uitlegt dat een schep suiker in een benzinetank van een militair voertuig het ding naar de knoppen helpt. “Tijdens deze discussie voerde van Duijn het meest het woord, waarbij hij de toekomstige saboteur herhaaldelijk op zijn verantwoording wees. Hij stelde dat van de onverantwoordelijke militairen verantwoordelijke mensen gemaakt moeten worden.” Dat was 24 januari 1970. Iemand volgt mij als ik in de Rijksuniversiteit te Gent voor “radikaal democratische Studenten” een lezing houdt over “progressief gemeentebeleid”. Men stelt verontrust vast dat de Volkshogeschool voor Sabotage en Pseudo-erotiek steeds meer bezoekers trekt. 150 tot 250 personen. “Na ongeveer een half uur stond VAN DUIJN op en vroeg het woord. Hij zei: “Is er nog iemand aanwezig die een goed plan heeft?” Hierna sprong een jongeman op tafel, die voorstelde (onleesbaar) om in Nederland een Oranje Vrijstaat op te richten In deze staat kan een ieder ambtenaar worden of minister van een der departementen Nederland zou dan een schaduwstaat worden waarmee nog wel kontakten zouden worden onderhouden.(onleesbaar). Volgende week (onleesbaar) zal deze staat worden opgericht in “Akhnaton”. Het stadhuis zal worden gevestigd in het actiecentrum van de B.B.K., aan de Nieuwe Herengracht. Het doel van de staat is om door middel van sabotage de wereld te veroveren, zodat een ministerie van Buitenlandse Zaken overbodig is (onleesbaar). Van Duijn deelde vervolgens mede dat ingeval de oprichting van deze staat verwezenlijkt zal worden, hij zijn functie van gemeenteraadslid zal neerleggen en ambassadeur van deze Staat wil worden.” Waren deze suggestieve zinnen misschien van die man met krulsnor en rimpellakjasje, die zich W. de Weerdt noemde, en regelmatig op onze vergaderingen gezien werd, tot een van ons hem eens in uniform op politieburo Singel verraste? In de jaren tachtig is, onder pseudoniem, een boek van een ex-BVD-er verschenen waarin ik een “extreem gewelddadig persoon” word genoemd. Eindelijk is he nu duidelijk waarop dit opgeklopte image moet worden teruggevoerd: naar de verhitte aandacht van de BVD voor de ideeën uit mijn sabotagenota.Geen enkel geval van daadwerkelijke sabotage heeft zich in het Nederlandse leger voorgedaan. In de toegezonden papieren volgt nu een uitgebreide verzameling persartikelen. Blijkbaar hebben BVD-ers zich als ambtenaren van de Oranjevrijstaat aangemeld, want zij volgen alle vergaderingen. Zelfs de vergaderingen van de “interdepartementale” binnencirkel, in het nieuwe “stadhuis” van maar zestien ingewijden. Men vreest dat de nieuwe staat een dekmantel is voor de in schijn verdwenen “Volkshogeschool voor sabotage en pseudo-erotiek”. Men volgt mij als ik een Actualiteitencollege geef op de Universiteit in Groningen, 23 februari 1970. “Het geheel maakte een “kolderieke” indruk…”. Een paar dagen eerder was een BVDcollega uit Amsterdam aanwezig bij een volksvergadering van Kabouters (“aanwezig waren ongeveer 100 personen“). “Aan het eind van de bijeenkomst vertrok een groot aantal naar de Dam, waar door PD 106043 een huwelijk tussen stad en platteland werd ingezegend“. Ja, in mijn herinnering zie ik een stralende Hans Tuynman en Liesbeth van Gelder voor het Paleis, terwijl ik hen quasi in de echt verbindt. Op een volgende vergadering van “van Duijn en zijn ministers” merkt men op:” Een stemming onder de aanwezigen wees uit dat men geporteerd is voor het deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezing onder de naam “Amsterdam kabouterstad.””. Op de kandidatenlijst zal Roel van Duijn bovenaan staan. Het werd nl. van belang geacht dat van PD 106-43, die thans reeds in de raad zitting heeft, zijn rol voortzet van spion van de alternatieve staat. In de Amsterdamse Gemeenteraad hoort hij dingen die geheim zijn en die hij naar buiten moet brengen.” De volgende week rapporteert men dat de Kabouters maar liefst een depot voor biologisch-dynamisch voedsel in de Tichelstraat willen openen. Systematisch worden de discussies op kaboutervergaderingen gerapporteerd. Een aparte brief gaat uit als Kabouters, onder wie PD 106043, een plek hebben in de Atheneum Boekhandel waar zij hun pamfletten mogen neerleggen en de verkiezingsuitslag van 1970 vieren, omdat zij 5 zetels halen. In de rapportages worden voortaan de verschillen van mening binnen de Kabouters benadrukt. Heeft men, zoals ook de tactiek van de BVD tegen de CPN geweest is, deze tegenstellingen actief aangewakkerd? Aannemelijk is dat geïnfiltreerde BVD-ers dat gedaan hebben. Kabouters hebben destijds ook geconstateerd hebben dat hun telefoongesprekken afgeluisterd werden. Maakten zij eens via de telefoon, bij wijze van list, een afspraak voor een bakfietsactie met plek en tijdstip, dan wemelde het daar op dat moment prompt van de politie. Op 7 augustus 1970 schrijft men dat ik terug ben van vakantie. Volgt een rapportage over een toespraak van mij over ontwikkelingshulp, in een vormingscentrum in de Bijlmer. Een rapportage over een college van mij aan de TH Twente, 2 november 1970. “Benzineauto’s en hoogovens waren natuurlijk uit den boze, volgens PD 106043 was de Oostzee ergerlijk vervuild.” Mijn rol bij een actie tegen de vervuiling van de Sloterplas krijgt de volle aandacht. Onze voorbereidingen voor deelname aan de landelijke verkiezingen worden scherp gadegeslagen. Ook vind ik een brief over mijn contact met Philips Eindhoven over een schone auto. Mijn lezingen in Denemarken, Engeland of Joegoslavië worden besproken. In de meeste rapporten wordt niet alleen een gevaarlijk, maar ook een ongunstig beeld van PD 106 043 opgebouwd. Over een lezing in Haarlem, begin februari 1973: “Sprekend alsof hij in een droomwereld leeft wauwelt van Duyn zonder meer een eind weg.” Toppunt van onzin is dat ik over de toekomst van zonne- en windenergie spreek. Men citeert met instemming iemand uit de zaal: “Roel, kun je niet met wat anders komen?” Over de lezing in Wageningen: “Het geheel had weinig inhoud, bracht niets nieuws en was weinig constructief. Het geheel maakte een slordige indruk.” Waarom, vraag ik me bij het lezen hiervan af, vond men het dan toch van belang steeds weer iemand achter mij aan te sturen? Waarom was het nodig alle feitjes omtrent “PD 106043-houder” (m’n nieuwe codenaam) bijeen te schrapen, zoals dat ik weigerde de heffing voor de atoomcentrale Kalkar te betalen? Of dat de Zeeuwse anarchisten mij uit het bestuur van het Domela Nieuwenhuis Fonds willen? Misschien omdat zich achter die schijnbare dromerige persoon een sluw karakter verborg? “Verbinding 19″ geeft hierop een bevestigend antwoord in zijn rapport over de Kaboutervergadering van 2 maart 1971 in Utrecht: “R. van Duyn stelt voor de zoveelste keer niet in de Tweede Kamer te willen zitten. Andere kabouters brachten daar tegen in dat “Roel van Duijn” een synoniem is voor het begrip “Kabouters”. In hoeverre deze opmerking door Roel zelf is voorgekauwd valt moeilijk te zeggen, maar een feit blijft dat R.v.D. zelf niet ongenegen staat tegenover een tweede kamerzetel.” Ook als ik lid word van de PPR en daarna wethouder van Amsterdam verflauwt de waakzaamheid van de BVD niet. Krantenknipsels uit de internationale pers. Uit de landelijke en plaatselijke media. Uit kleine linkse blaadjes. Aangestreept worden passages zoals dat PD 106043-houder (inmiddels tien jaar geleden) rookbommetjes gemaakt heeft, een klappertje geplakt heeft in het eerste nummer van “Provo” en een antieke anarchistische brochure heeft heruitgegeven over de bewapening van de arbeiders. In februari 1977 rapporteert een BVD-er aan het hoofd van zijn dienst alsmede aan de hoofdcommissarissen van politie in Amsterdam en Vlagtwedde dat ik op het punt sta te verhuizen naar het Oost-Groningse Veele. Men waarschuwt dat ik de actiegroep in Onstwedde, die zich keert tegen het storten van atoomafval aldaar, wil gaan helpen. Het nieuwe adres van onze boerderij in Veele. Volgt documentatie over het boerenleven van mijn vrouw en mij, het gebruik van chilisalpeter en brandnetelgier op het land. De door ons vervaardigde, ongetwijfeld staatsgevaarlijke kaas. Als wij op 21 maart 1982 op vakantie gaan naar Tsjechoslowakije en Oost-Duitsland slaat men de reisgegevens van mijn toenmalige vrouw (haar naam leesbaar) en mij, zoals verstrekt aan de doorlaatpost Venlo, op. Het geheel eindigt, op 14 september 1982, met brief van de Inlichtingendienst Vlagtwedde aan de heer hoofdcommissaris van Politie te Amsterdam, met een afschrift aangaande PD 106043 aan de BVD, dat ik verhuisd ben van Veele naar een flat in de Bijlmer. De 353 pagina’s vormen een bloemlezing uit wat de BVD in de loop der tijd gerapporteerd heeft. Waarom mag ik mijn archief na na 1982 niet zien? “Actueel” is dat toch niet? De AIVD schrijft mij dat ik mij ingevolge de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, voor overlegging van het gehele dossier, niet kan beroepen op de Wet Openbaarheid van Bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens. Onbevredigend. In de ontvangen bladzijden staan bovendien verwijzingen naar bijlagen die in mijn bundel ontbreken. Ik neem aan dat “PD 106043-houder” betekent dat Persoons Dossier 106043 het mijne is. Misleidend, want ik “houd” dit dossier niet. Ik mag er, decennia later, maar een tipje van inzien. De schade van al deze rapportages bedraagt het wegsmijten van belastinggeld, plus voor mij een lachwekkend, maar toch onherbergzaam gevoel, dat ik het grootste deel van mijn leven geschaduwd ben door kwaadwillige onbekenden, die aan een verwrongen beeldvorming werkten. Vergeleken met andere geestverwanten kom ik, die nooit gesolliciteerd heeft, er nog goed af. Die hebben mij uit eigen ervaring verteld dat in hun geval de betreffende sollicitatiecommissie benaderd door de BVD is geworden, met belastende informatie, zoals zij achteraf van leden van de sollicitatiecommissies te horen hebben gekregen. Hoeveel sollicitaties er zijn misgelopen onder invloed van deze verdachtmakingen weten we niet.� Roel van Duijn Een muzikaal intermezzo: Dit is de site van een man die de waarheid wil zeggen. En doen wat nodig is. Ik vind mij steeds opnieuw uit, in al mijn tijden. Politiek ben ik revolutionair. Maar in machtspolitiek geloof ik niet. Politieke verandering werkt alleen als die gedragen wordt door open mensen, die zichzelf proberen te kennen. Dit is mijn veldschuur. Hier verzamel ik mijn lekkerste oogst. Wat ik geschreven heb en ook wat er over me geschreven is. Tast toe en eet smakelijk! |
|||||
Copyright © 2016 Roel van Duijn - All Rights Reserved Powered by WordPress & Atahualpa |