Politiek

GroenLinks: Modieus masker af svp!

Nog steeds tevreden met 7 zetels? Voor de derde achtereenvolgende maal heeft de partij verloren. Van 11 zetels in 1999, naar 10 in 2002, naar 8 in 2003. En nu maar 7. Een uitslag die de PPR in haar eentje, in 1973, al maakte. Voor zo’n mager resultaat is GroenLinks, als samenwerking tussen 5 partijen, niet opgericht!

Waarom heeft GroenLinks het in werfkracht dik verloren van de zegevierende SP?

“Groei mee”, luidde de verkiezingsleuze van de partij. Mee, met wat? Met de heersende orde, of het verzet daartegen? Dat is de kiezer niet goed duidelijk gemaakt.

De kiezer zag een foto van Femke achter een autostuur en vroeg zich af of dit nu die kritische milieupartij is. Hij proefde bij ons niet genoeg hartstocht , strijd, vernieuwing. Zoals het zweet op het hoofd van Marijnissen, de bezetenheid van Marianne Thieme. Of, tégen links, de hardheid van Wilders.

De echtheid van GroenLinks is onvoldoende uit de verf gekomen. Het beeld van een trendy knuffelpartij bleef over.

Hoe groen, hoe links?

Groen en links. Ja,ons programma heeft de beste paragraaf over milieu en energie. De partij beschikt over de beste milieuspecialisten en zij wemelt van de activisten. Maar hoe groen was de partij in deze campagne?

Nee, pas de laatste week, toen ongeruste partijleden de campagneleiding waarschuwden dat te veel praten over werkgelegenheid, versoepeling van ontslagrecht en ingewikkelde “vergroening van het belastingstelsel” te veel de aandacht afleidde van de kernboodschap. De Partij van de Dieren, die goed doordramde over dieren en milieu, kreeg vrij spel. Nog meer de SP.

En hoe links zijn wij? Femke deed haar best. Zij sprak talentvol over een links kabinet. Strategisch. Maar inhoudelijk? Emotionele uitspraken over de armoede kwamen er nauwelijks uit haar mond. Ingewikkelde, bloedeloze taal, zoals “De publieke sector rafelt aan alle kanten.” Uit reacties horen wij dat de traditionele GroenLinksers die persoonlijk betrokken zijn bij de samenleving zich er niet door aangesproken voelden. Met deze “traditionelen” bedoelen wij ie mensen die door een persoonlijke inzet betrokken zijn bij de AOW-ers die rond moeten komen van € 10,00 vrij besteedbaar per dag voor eten, kleding, vervoer en een nieuwe wasmachine. Bij de huurders die bedreigd worden door de huurliberalisatie.

Bij bewoners van wie de gezondheid bedreigt wordt door fijnstof van vrachtauto’s. Bij de kinderen die steeds minder buitenspelen. Deze “traditionelen” stemmen nog wel op GroenLinks, maar ze gaan aarzelen. Want tijdens de campagne moest je als kiezer over een hoge opleiding en een flink taalgevoel beschikken om in onze slogans die alledaagse thema’s te herkennen. Met als resultaat dat GroenLinks bij de arme mensen in het land slechts 7 procent van de stemmen kreeg. Iets wat voor een uitgesproken linkse partij onder de maat is.

Oké, die 5% hoger opgeleiden met het hart wat verder naar links hou je er mee vast. Maar hebben we geen andere ambities? Willen wij echt niet meer zijn dan een kleine partij van “post-materialisten” en “hedonisten”? Willen we dat de SP alle ruimte neemt op links met haar conservatieve opvattingen over de relatie tussen burger en overheid?

Geloofwaardige verbetenheid

De partijtop heeft de kiezers haar tanden niet laten zien. Ook niet aan de SP, waar die het aan haar lijstduwer overliet om te pleiten voor een generaal pardon en rechten van allochtonen.

Links, dat wil zeker ook zeggen integratie. Maar hoe zichtbaar strijdt GroenLinks voor bijvoorbeeld gemengde scholen? Het lijkt erop dat we te laks staan tegenover segregatie in het onderwijs doordat hoger wit opgeleiden, ook GroenLinksers, de neus ophalen voor zwarte scholen. Te snel komt bij ons ook de academische vrees op dat het aanspreken van mensen op hun achtergrond, met het doel hen te mengen, “discriminatie” zou kunnen zijn.

De SP toont zich in dit opzicht vastberadener. Die wil desnoods bussen inzetten om leerlingen te mengen. Integratie, dat vereist ook keiharde strijd tegen armoede. Wat GL ontbreekt is geloofwaardige verbetenheid.

Deze campagne hielp ons, als gemeentelijke politici, niet in ons dagelijkse werk. Moet dat dan? Nou, het helpt wel, over vier jaar. Kiezers wonen altijd in gemeenten. Maar sterker nog: omdat het ons niet hielp, konden wij de landelijke campagne ook niet goed helpen. Althans,niet met hart en ziel. Terwijl de kracht van GroenLinks in deze bestuursperiode meer dan ooit op lokaal niveau ligt: nog nooit hebben we zoveel wethouders gehad. Simpelweg omdat voor veel grote partijen de SP als coalitiepartner nog een brug te ver was. Dat kan dus over vier jaar heel anders uitpakken. Als we ooit de kans hebben om van onder af kiezersbinding op te bouwen, dan moeten wij nu handelen en tonen hoe een GroenLinkse filosofie in praktische alternatieven vertaald kan worden. Landelijke thema’s als asielzoekersbeleid, Irak, klimaatverandering, fair trade en zorg om de rechtstaat kunnen daar aan toegevoegd worden.

De top van Groenlinks wil modieus zijn. De uitstraling moet, jong, vrolijk, glad zijn. Mensen boven de vijftig worden op de kandidatenlijsten nauwelijks toegelaten. Marijnissen (54), met zijn leeftijd, ernst en gezicht van een “gewone man”, zou in een gesprek met een kandidatencommissie van GroenLinks het niet ver brengen. Of een Huub Oosterhuis, met zijn zeventig levensjaren. De ironie is, dat dit jeugdig vertoon op jongeren weinig indruk maakt. Jongeren malen niet over de leeftijd van Balkenende (50), zij stemmen op hem.

De top van GroenLinks worstelt, door zijn streven naar een modieus, jong en vlot imago, met een innerlijke tegenstelling. Het wil de multiculturele samenleving. Maar in de praktijk is het een partij van blanke intellectuelen, die uiterst moeizaam allochtonen binnenhaalt. En arbeiders of werklozen? Ook die zien blijkbaar een gordijn hangen, waar GroenLinks achter schuil gaat. Als dat niet verandert, wordt dit ideaal ongeloofwaardig. Gordijnen open!

Vanuit de praktijk

De vraag is dus hoe je de grote thema’s zoals menselijke waardigheid en recht op een schone aarde omzet in praktische politiek. En hoe we daarbij kunnen voorkomen om in de SPval te trappen die sterk denkt vanuit “zorgen voor” in plaats van “zorgen dat”. Om nog maar te zwijgen van de ChristenUnie waar een hiërarchische God helemaal niets moet hebben van recht op zelfbeschikking. Het is goed dat we het linkse paternalisme achter ons hebben gelaten. Maar hoe ziet een dynamische, creatieve samenleving eruit waar kwetsbaren worden beschermd, achterblijvers worden aangespoord en koplopers betrokken blijven bij de samenleving? Waarin onderscheiden we ons daar bijvoorbeeld van het CDA? Dat kunnen we nog niet concreet aangeven, in gewone mensentaal. Maar dat moeten wij morgen wél kunnen. Of is het alleen nog lifestyle? Wat mij betreft niet. Dus bottom up werken. Als mensen merken dat hun probleem uiteindelijk in de Tweede Kamer wordt opgepakt, dán ga je groeien. Het moet om echte verhalen van echte mensen gaan. WAO-ers die door herkeuring voor de WIA ondanks chronische ziekte toch goedgekeurd zijn, leerkrachten die het onderwijs zien segregeren, kleine zelfstandigen die zich niet kunnen verzekeren voor arbeidsongeschiktheid, hulpverleners die in hun werk zien versplinteren door ongeleide marktwerking. Naar die mensen moeten we heel goed luisteren en wij moeten nadenken over welke oplossingen dan wel zouden kunnen werken. Zonder te vervallen in een betuttelende en voorschrijvende overheid. Nodig die mensen uit om mee te denken en houdt de drempel daarbij laag. Ik wil voor een partij werken waar je mening ook meetelt als je géén doctorandus bent. Dat zal een heel andere dynamiek teweeg brengen dan onze oren laten hangen naar reclamebureaus die ons aanmoedigen om linkse yuppen te pleasen.

GroenLinks doet er goed aan de tanden te zetten in haar kernboodschap: kiezen voor een groene, integrerende politiek. En het trendy masker af te zetten.

Roel van Duijn (deelraadslid GL, Amsterdam OudZuid) Dick Jansen

(wethouder GL, stadsdeel Westerpark,Amsterdam)