Persbericht 25 januari 2010

AIVD houdt BVD-documenten Roel van Duijn achter

Nadat afgelopen zomer duidelijk geworden is dat ik  tientallen jaren door de Binnenlandse Veiligheidsdienst gevolgd ben, ben ik in bezwaar gegaan tegen het besluit van de AIVD mij slechts ten dele inzage te geven in alle geheime  BVD-stukken die met mij te maken hebben.
Het gevolg was dat ik begin januari opnieuw een doos met stukken heb ontvangen. Dit keer 221 bladzijden. Samen met de vorige doos staat de teller nu op 575 verdachtmakende pagina’s.
Daaronder zit o.m. een uitvoerige en spectaculaire analyse van de Provobeweging (40 bladzijden), dat in 1966 op last van de regering op opgesteld.
Een brief van minister Smallenbroek van Binnnlandse Zaken waarin hij aandringt op scherp justitiëel optreden tegen Provo en mij (1965).  Ook een brief van de Veiligheidsdienst van het Koninklijk Huis aangaande mijn activiteiten in het paleis op de Dam. Een gedeelte van een verslag van het Provoconcilie in Borgharen, eind 1966.
Alsmede verslagen van Kaboutervergaderingen.

 De AIVD houdt echter nog veel achter. De stukken betreffende Amsterdam Anders/De Groenen (jaren negentig en later) ontbreken, evenals die over mijn ontvoering in 1970, het AIVD-advies aangaande de mij in 2003 verleende koninklijke onderscheiding vanwege mijn inzet voor de democratie. En vele andere documenten.  Ook geeft men mij geen helderheid omtrént mijn plaatsing op de Interneringslijst, vanaf 1966. 

De AIVD wil niet zeggen of mijn dossier na 1984 afgesloten is. Daardoor zouden “een nog actuele werkwijze dan wel bronnen  openbaar kunnen worden, waardoor het goed functioneren van de AIVD en daardoor de nationale veiligheid zou kunnen worden geschaad.” Dit is echter een doorzichtige smoes, aangezien ik niets ondernomen heb tegen het functioneren van de AIVD, laat staan tegen de nationale veiligheid.
Alleen al de door mij ontvangen Koninklijke onderscheiding bewijst dat ik niet meer actueel kan zijn. Mensen die wel actueel zijn kunnen, gezien de geraadpleegde  informatie, zo’n onderscheiding immers niet ontvangen.

Via onderstaand bezwaarschrift aan het ministerie eis ik opnieuw de achtergehouden documenten op.

Roel van Duijn
Tel. 020-4704770
roelvduijn@planet.nl

……………………………………………………………………………………………….

Aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inzake de AIVD
t.a.v. Afdeling JZ
Postbus 20010
2500 EBA Den Haag

Bezwaar tegen beslissing met als kenmerk 4252175/01

Amsterdam 22 januari 2010

Geachte minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Ter Horst
Geachte medewerkers van BZK en AIVD,

Hierbij ga ik in bezwaar tegen uw beslissing aangaande mijn verzoek om kennisneming van BVD/AIVD-stukken, betreffende mijn persoon of herleidbaar tot mijn persoon. Uw beslissing is gedateerd 30 december 2009 en draagt uw kenmerk 4252175/01.

Deze brief is dan ook een bezwaarschrift in de zin der Awb.

De thans bestreden beslissing is uw reactie op mijn tweede Wiv/Wbp/Wob-verzoek welke ik mondeling ingediend heb tijdens de hoorzitting over mijn eerste Wiv/Wbp/Wob-verzoek inzake BVD/AIVD informatie over mij. Die hoorzitting vond plaats op 9 september 2009.

Dit tweede Wiv/Wbp/Wob-verzoek omvat alle bij of onder de AIVD aanwezige gegevens over mij, herleidbaar op mij, waarbij ik een rij contexten leverde:

– Ban de Bom beweging
– Anarchisme, Federatie van Anarchistische Actiegroepen (F.A.A.)
– De Vrije
– Provo
– Provo (anarchistenblad)
– Kabouterbeweging
– Volksuniversiteit voor sabotage en pseudo-erotiek;
– Mijn ontvoering 1970
– Aanslag metro 1975
– Groen Amsterdam
– Amsterdam Anders/De Groenen
– GroenLinks
– Advies van de BVD Koninklijke onderscheiding 2003

De thans in bezwaar bestreden beslissing :
In de brief van 30 december 2009 deelt de AIVD mij de volgende besluiten mee:

– mijn verzoek tot kennisneming van actuele gegevens wordt afgewezen
– mijn verzoek tot kennisneming van niet-actuele gegevens wordt (deels) toegewezen.

Niet actueel
Ik maak er bezwaar tegen dat mijn verzoek tot kennisneming van de niet-actuele gegevens slechts deels wordt toegewezen.

Gelet op het feit dat er materiaal verstrekt is concludeer ik dat er delen van mijn verleden in uw ogen niet althans niet meer actueel zijn. Krachtens de Wiv had u mij daar actief van op de hoogte moeten stellen. Dat is niet gebeurd. Ik verzoek dat alsnog te doen, en niet in containervorm, maar gedetailleerd naar onderwerp cq context en tijdvakken. Daarnaast vraag ik om een verklaring voor deze nalatigheid.

Mij is volstrekt onduidelijk waarom het nu verstrekte inzagedossier eindigt met een brief van dhr. Lewin uit 1984. Dit kan te maken hebben met de breedte en diepte van de zoekslag, ik kom daar nog over te spreken. Maar het kan ook zijn dat uw dienst toen met mij gestopt is, of omdat er om een mij onbekende reden plots in 1984, 25 jaar geleden, gestopt moet worden met inzage verstrekking.

Normaal stopt een inzage bij de 5 jaar grens. Jongere informatie is operationeel, oudere als in het midden gelaten wordt of het onderwerp nog doorloopt, niet. 25 Jaar staat in geen verhouding tot die 5 jaar grens en lijkt die 5 jaarknip niet te erkennen. Of moet ik het zo opvatten, dat ik inzake alles jonger dan 25 jaar toch actueel dan wel operationeel ben? Dit kan ik mij niet voorstellen, ook niet in uw gedachtegang. Gaarne hier een expliciet antwoord op.

Overigens: De door mij ontvangen Koninklijke onderscheiding bewijst dat ik niet meer actueel kan zijn. Mensen die wel actueel zijn kunnen zulk een onderscheiding immers niet ontvangen.

Ik vind het niet meer dan redelijk dat mij alle BVD-  en AIVD-gegevens over mijn persoon ter hand gesteld worden. Gebeurt dit niet, dan beschouw ik dit als een voortzetting van de grove schending van mijn recht op privacy door de overheid. Een voortzetting, omdat ik uit hetgeen mij toegezonden is, door de AIVD, alleen maar kan concluderen dat de BVD en de AIVD mij zeer ten onrechte bijna een halve eeuw als een verdacht persoon hebben beschouwd. En dat deze diensten mij en mijn  werk heimelijk, zowel door infiltratie als door afluisteren, hebben bespioneerd.

Wettelijk kader
In de beslissing staat dat de Wob en de Wbp niet van toepassing zijn op dit verzoek. Dat klopt voor zever het een verzoek betreft om gegevens bij of onder u in strikte relatie tot de Wiv.Maar het is zeer wel denkbaar dat zich bij of onder u ook gegevens bevinden over mij, of herleidbaar op mij, buiten de strikte Wiv-taken. Die gegevens vallen onder de Wob en de Wbp en wil ik ook begrepen zien onder dit verzoek.

Breedte en diepte van de zoekslag
Mij is gelet op de tekst niet helemaal duidelijk hoe het zoeken verlopen is. Helder is dat u gezocht hebt op gegevens bij u over mij. Maar wel blijft het mijn vraag of u ook de volgende trajecten heeft doorlopen:
– Niet alleen gegevens bij u maar ook onder u
– Niet alleen gegevens in of over genoemde contexten, maar ook dossiers, registraties en andere gegevensbestanden die via genoemde contexten herleidbaar zijn op mij
– Zijn ook de PID/RID archieven bij de zoekslagen betrokken?

Nadere gronden van mijn bezwaar
De mij toegezonden 221 bladzijden niet-actuele informatie vormen een onvoldoende antwoord op alle door mij gevraagde documenten.
Want ontbreekt is onder meer het volgende:

a. het verslag van het gesprek tussen ministers Smallenbroek en Samkalden over het rapport van de BVD over Provo 

b. Het document dat genoemd wordt in noot 62 van “De geschiedenis van de BVD” door D. Engelen: SSA BVD PD106754, rapp. BO 29 juli 1965.

c. Het complete BVD-verslag over het Provoconcilie in Borgharen, Het onvolledige rapport waarvan ik een kopie heb ontvangen beperkt zich tot één bladzij over het openbare gedeelte. Ik vraag u ook het bijbehorende verslag van het besloten gedeelte. Ik was immers zelf deelnemer aan en spreker in  het besloten gedeelte van dit concilie.

d. BVD-documenten over Amsterdam Anders/De Groenen.Over alle door mij in mijn verzoek om kennisneming gevraagde onderwerpen antwoordt U mij of er WEL of NIET niet-actuele informatie is. Behalve over Amsterdam Anders/De Groenen. Dit onderwerp negeert u.
Ik blijf er daarom van uitgaan dat daarover bij uw dienst informatie aanwezig is.

e. Ik heb wel informatie over de rol van  dhr Lewin bij de metrobom 1975 ontvangen. Lewin is echter vrijgesproken. Maar ik heb geen informatie ontvangen over de rol van de opgepakte en wel veroordeelde daders

f. Volgens dhr. D. Engelen e.a. zijn vanaf 1966 ook vooraanstaande provo’s in de zogenaamde Interneringslijst geplaatst.
Ik wil daarom graag opheldering over mijn hoogstwaarschijnlijke plaatsing op deze ijst. Waarom? En tot wanneer?
Wat hield plaatsing op de Interneringslijst precies in? Tot welke categorie van geplaatsten behoorde ik?
Ik wil alles over deze interneringslijst herleidbaar op mij of op een van de opgegeven contexten.

g. Nagenoeg alle managementsinformatie of andere dan basisinformatie ontbreekt. Zowel inzake mijzelf als over de contexten die ik opgaf moet er veelvuldig geschreven zijn in kwartaal- en maandoverzichten, in specifieke producten voor bijvoorbeeld burgemeesters, hoofdcommisarissen en HOvJ’s. Ook moet er met andere diensten informatie uitgewisseld zijn, bijvoorbeeld met de PID’s / RID’s of de MID/MIVD,

Naast de hier aangeduide documenten moeten er vele zijn die direct of indirect over mij of de door mij opgegeven contexten handelen.

h. Mogelijk nog andere, op mij herleidbare en mij betreffende documenten, die bij bestudering van het bovenstaande kunnen worden aangetroffen.

i. Het is simpelweg ondenkbaar dat u zo weinig heeft over bijvoorbeeld kwesties als mijn ontvoering of mijn Koninklijke onderscheiding.

Over alle bovengenoemde punten vraag ik inzage in de ontbrekende stukken en informatie.

Tevens verzoek ik om een hoorzitting over dit bezwaar tegen uw beschikking van 30 december 2003, voor een mondelinge toelichting.

Uitziende naar uw antwoord teken ik met vriendelijke groet,

Roel van Duijn

Roel van Duijn
Bakhuizen van den Brinkhof 9
1065 AZ  Amsterdam
020 4704770

Geef een reactie